Alles wat je moet weten over de budgetcap in de Formule 1
In dit artikel:
De resultaten van de budgetcap over 2024 zijn binnen; hier volgt een beknopte uitleg van hoe het systeem werkt en waarom het bestaat. Sinds 2021 geldt er in de Formule 1 een plafond op wat teams mogen uitgeven om de enorme financiële verschillen — bijvoorbeeld tussen topteams als Ferrari, Mercedes en Red Bull en kleinere teams als Haas — te verkleinen en de competitie eerlijker te maken.
Onder de cap vallen vrijwel alle kosten die direct met de auto en het raceteam te maken hebben: de auto zelf, onderdelen, personeel, garage- en fabriekmateriaal, reserve-onderdelen en transport. Voor 2025 gold een limiet van 165 miljoen dollar (ongeveer 159 miljoen euro). Veel posten zijn echter uitgezonderd: coureurssalarissen, de beloning van de bestbetaalde medewerkers, reiskosten, marketing, vastgoed, deelnamekosten aan het kampioenschap en activiteiten buiten F1 blijven buiten de telling. Motorontwikkelingen volgen aparte regels vanwege de hoge kosten en fabrikantrol.
Red Bull kreeg in 2021 een overtredingsboete omdat het dat jaar het toegestane bedrag overschreed (ongeveer 400.000 euro te veel); sancties volgden, maar de wereldtitel van Max Verstappen bleef intact. Omdat er in 2026 ingrijpende technische veranderingen komen — nieuwe auto's en krachtbronnen met veel meer elektrische vermogen — verhoogt de FIA het toegestane budget flink naar 215 miljoen dollar (circa 185 miljoen euro) om teams de ontwikkelkosten te laten dragen.