FIA maakte uitzondering voor McLaren na problemen met beide auto's
In dit artikel:
McLaren kreeg vlak voor de enige vrije training van de Grand Prix van Qatar van de FIA toestemming om één van hun auto's later dan gebruikelijk voor de garage te plaatsen. Normaal moeten teams ongeveer anderhalf uur vóór de sessie hun wagens zichtbaar neerzetten voor controles en foto's, maar McLaren meldde problemen aan beide auto's, vooral die van Lando Norris, en vroeg een uitzondering aan bij FIA-gedelegeerde Jo Bauer.
De ploeg voerde achter gesloten deuren een ongewone, grondige controle uit: men scande oppervlaktes op mogelijk onzichtbare haarscheurtjes in het carbon. Sky-verslaggever Ted Kravitz en analist Bernie Collins leggen uit dat carbonconstructies intern kunnen barsten door eerdere contactmomenten of door sterke trillingen (zoals porpoising), en dat zulke scheurtjes aan de buitenkant niet altijd zichtbaar zijn. Omdat McLaren meerdere sensoren moest herkalibreren, wees alles op een mogelijke foutieve of onduidelijke meetsignaalwaardes, waarna men uit voorzorg extra checks uitvoerde.
Kort gezegd: de vrijstelling was een veiligheidsmaatregel om structurele schade uit te sluiten voordat de auto's de baan opgingen — controles die normaal eerder in de week plaatsvinden maar nu door actuele data alsnog noodzakelijk werden.