Gratis brandstof en beperkte crew: zo blijft racen in F2 en F3 betaalbaar
In dit artikel:
Autosport is duur, maar in Formule 2 en Formule 3 probeert de organisatie de lasten voor teams en talenten zoveel mogelijk te beperken, aldus Bruno Michel, CEO van beide kampioenschappen. Dat is volgens hem nodig omdat jonge coureurs vaak zelf sponsorgeld moeten meenemen om überhaupt te kunnen racen — iets wat Formule-2-coureur Richard Verschoor eerder al benadrukte toen hij wees op eigen schadekosten zoals een kapotte voorvleugel.
Michel legt uit dat de series verschillende maatregelen hanteren om de kosten te drukken. Er wordt gereden met gestandaardiseerde wagens die aan strikte veiligheidseisen voldoen maar zo betaalbaar mogelijk zijn. Teamgrootte wordt sterk beperkt (ongeveer 12 mensen per F2-team en 10 mensen bij een F3-team voor drie auto’s), en het aantal beschikbare banden per weekend is beperkt om uitgaven te verminderen. Bovendien delen F2 en F3 vaak het raceweekend met de Formule 1, wat logistiek en accommodatie duurder maakt, maar de organisatie probeert elders te compenseren.
Een belangrijke kostenverlaging komt van commerciële partners: brandstof wordt door Aramco gratis aan de teams geleverd, en Pirelli levert relatief betaalbare banden vergeleken met de Formule 1. Daardoor zijn brandstof- en bandenlasten voor de teams veel minder zwaar. Volgens Michel blijft het doel van deze maatregelen het mogelijk maken van doorgroei van talenten richting Formule 1, terwijl de financiële drempels voor deelname worden geminimaliseerd.