McLaren hevig onder vuur na debacle in Baku: 'Hij wordt zo gehypet'

In dit artikel:

Christijan Albers uitte harde kritiek op McLaren en Oscar Piastri na de DNF van de Australiër in de Grand Prix van Azerbeidzjan in Baku. Tijdens zijn analyse bij Viaplay stelde de oud-coureur dat de race en mogelijk het kampioenschap er heel anders hadden uitgezien als McLaren-consistentie en strategisch handelen beter waren geweest — of als rijders als George Russell, Charles Leclerc of Max Verstappen in die auto hadden gezeten.

Albers wees vooral naar Piastri’s valse start: onboardbeelden zouden tonen dat de Australiër al met zo’n twaalf km/u bewoog terwijl de lichten nog rood waren. Volgens Albers leidde dat tot paniekremmen, een anti-stall en het verlies van posities in de openingsfase. Die frustratie zou vervolgens terugkomen in de eerste ronde, toen Piastri gedwongen werd buitenom te gaan door Esteban Ocon en later in de vuile lucht van Nico Hülkenberg terechtkwam. In bocht vijf raakte zijn auto uiteindelijk de bandenstapels, wat het einde van de race betekende.

De analist maakte McLaren ook verantwoordelijk voor structurele tekortkomingen: een sterke auto wordt volgens hem niet genoeg uitgebouwd met constante rijdersprestaties en goede strategische beslissingen, iets wat het team dit seizoen vaker zou tonen. Albers gaf aan dat ook het management een rol had kunnen spelen; zo had Piastri’s manager Mark Webber hem op de grid duidelijk moeten adviseren om punten te sparen en de comfortabele marge in het kampioenschap te behouden.

Door Piastri’s uitval profiteerde Max Verstappen: diens zege in Baku zorgde voor een winst van 25 punten op de Australiër. Piastri zelf zei na de race dat hij Verstappen niet uitsluit in de titelstrijd, maar voorlopig niet al te veel zorgen heeft.