Na dubbele DNF in Brazilië barst bom bij Ferrari: 'de coureurs denken te veel aan zichzelf'
In dit artikel:
In São Paulo liep Ferrari tijdens de Grand Prix van Brazilië volledig vast: beide auto’s vielen uit, het team keerde huiswaarts zonder punten en zakte van de tweede naar de vierde plaats in het constructeurskampioenschap. De directe nasleep kreeg extra lading toen Ferrari-president John Elkann publiekelijk de coureurs aanwees als deel van het probleem. Zijn, voor Maranello, ongewoon harde boodschap dat Lewis Hamilton en Charles Leclerc “minder praten en meer rijden” moesten, zette de verhoudingen binnen het team extra onder druk.
Wat gebeurde: Leclerc raakte onschuldig slachtoffer van een incident tussen Antonelli en Piastri; Hamilton raakte in de eerste bocht betrokken bij een botsing met teamgenoot Carlos Sainz, verloor zijn voorvleugel en liep ernstige vloerschade op. Het resultaat: nul punten en een kostbare terugval in het kampioenschap – met financiële en sportieve consequenties.
Elkanns houding was dubbelzinnig: hij prees tegelijk de monteurs en ingenieurs — hij noemde de pitstops van Ferrari “van kampioenschapsniveau” en stelde dat de technische staf de wagen door het seizoen heen verbeterd heeft — maar legde de nadruk publiekelijk op het vermeende gebrek aan focus bij de rijders. Die aanpak viel velen in de paddock rauw op het dak, omdat de grootste problemen van Ferrari deze jaargang eerder gezocht worden in strategie, ontwikkeling en leiderschap dan bij de coureurs zelf.
Reacties van binnenuit waren gedoseerd maar merkbaar. Hamilton reageerde op sociale media met: “Ik steun mijn team. Ik steun mezelf. Ik geef niet op. Niet nu, niet toen, nooit.” Leclerc benadrukte “teamspirit” en eenheid. Beiden namen geen directe confrontatie, maar lieten weten zich niet zomaar publiekelijk te laten wegzetten.
Waarom dit anders voelt: Maranello is historisch beladen met interne politiek en spanningen; sinds Frederic Vasseur teambaas is, wordt juist naar stabiliteit gestreefd. Elkanns scherpe uitlatingen komen op een moment dat Ferrari tegelijk aan het doorontwikkelen is en al vooruitkijkt naar het 2026-project. In plaats van rust te brengen, kan de publieke afrekening met twee van de grootste namen van de grid wantrouwen zaaien. Bovendien lijkt de kritiek inhoudelijk scheef: statistieken tonen dat Ferrari qua pitstopconsistente prestaties vooraan staat, maar de auto mist pure snelheid en blijft grillig. Andere teams hebben hun ontwikkelingsfocus al bij 2026 gelegd; Ferrari blijft experimenteren, met wisselend succes.
Breder belang en risico’s: Elkanns aanval kan bedoeld zijn als wake-upcall om focus en discipline te herstellen, maar het risico is een vertrouwensbreuk met Hamilton en Leclerc — twee sleutelspelers voor de toekomst van het merk. De echte zwakte van Ferrari ligt nu minder in motivatie dan in richting en begrip van waarom de wagen soms zo onregelmatig presteert. Het team ontwikkelt veel maar zet dat lang niet altijd om in resultaten.
Conclusie: Het Brazilië-weekend maakte duidelijk dat Ferrari meer innerlijke cohesie en strategische helderheid nodig heeft dan harde publieke kritiek. De president probeerde orde te scheppen met scherpe woorden, maar daarmee heeft hij juist de interne spanningen vergroot en de vraag opgeroepen of het probleem binnen Maranello niet hogerop opgelost moet worden dan bij de coureurs.