Newey waarschuwt Aston Martin: 'zelfgenoegzaamheid en twijfel sluipen erin, precies zoals bij Red Bull'
In dit artikel:
Adrian Newey is dit jaar aangetreden bij Aston Martin als Managing Technical Partner en aandeelhouder, met als opdracht het team in Silverstone klaar te stomen voor de ingrijpende reglementswijzigingen van 2026. Sinds zijn start in maart signaleert hij opvallende overeenkomsten met zijn eerste periode bij Red Bull: een gevaarlijke mengeling van zelfgenoegzaamheid, twijfel en gebrekkige samenwerking tussen afdelingen.
Newey, de vermaarde ontwerper achter kampioenschapsauto’s bij Williams, McLaren en Red Bull, waarschuwt dat techniek alleen niet genoeg is. Aston Martin investeert groots — een nieuwe fabriek, een nieuwe windtunnel en extra personeel — maar volgens hem moet die materiële basis gecombineerd worden met een cultuuromslag. Cruciaal is de integratie van aerodynamica, mechanisch ontwerp en voertuigdynamica (inclusief simulaties): als die drie niet als één geheel functioneren, zal een sterk aero-design weinig opleveren doordat de rest van de auto het niet aankan.
Hij trekt lessen uit eerdere regelwijzigingen: hoewel gevestigde teams vaak hun positie behouden, kunnen veranderingen tot verrassingen leiden (Newey verwees naar 2009, toen Brawn en Red Bull opstonden). Een ander gevaar dat hij benoemt is te grote afhankelijkheid van computermodellen. Met beperkt testen op de baan vertrouwen teams steeds meer op simulaties, terwijl die altijd onnauwkeurigheden bevatten; blindelings geloven in die data kan misleidende besluiten opleveren.
Newey ervaart bij Aston Martin hetzelfde morele knelpunt dat hij bij zijn Red Bull-baan aantrof: het herstel van het geloof dat winnen mogelijk is. Zijn aanpak beperkt zich niet tot technisch ontwerp; als mede-eigenaar en strategisch adviseur werkt hij ook aan het herstellen van ambitie en vertrouwen binnen de organisatie. De rijdersbezetting (Fernando Alonso en Lance Stroll) blijft voor 2026 ongewijzigd, maar de technische structuur wordt vernieuwd.
De komende maanden zullen uitwijzen of Newey er in slaagt van het door hem gesignaleerde “déjà vu”-gevoel een positieve ontwikkeling te maken — kortom: de middelen zijn aanwezig, maar zonder een verenigde technische koers en een hernieuwd geloof in succes blijft de topambitie fragiel.