Overzicht podiumplaatsen: dit is het eindklassement over 2025
In dit artikel:
In 2025 zijn er opnieuw 72 podiumplaatsen te vergeven in de Formule 1, omdat het seizoen uit 24 grands prix bestaat. Waar 2024 nog werd gekenmerkt door een minder absolute dominantie van Max Verstappen dan in 2022–2023, bleef hij ook dit jaar regelmatig op het erepodium staan, maar kreeg sterk tegenwicht van McLaren en andere teams.
Terugblik op 2024: Verstappen en Charles Leclerc eindigden met veertien podiumplaatsen bovenaan, Lando Norris stond dertien keer op het podium, Carlos Sainz negen keer, Oscar Piastri acht keer. Lewis Hamilton, Sergio Pérez en George Russell scoorden respectievelijk vijf, vier en drie podiums; Esteban Ocon en Pierre Gasly waren de enige rijders buiten de topteams met een podiumplek.
Het 2025-seizoen begon in Melbourne met een zege voor Norris, gevolgd door Verstappen en Russell. In Shanghai won Piastri, terwijl Verstappen zijn eerste overwinning van het jaar pakte in Japan. Piastri boekte meerdere overwinningen (onder meer Bahrein, Miami, Spanje, België en Hongarije) en was daarmee een constante podiumgast naast teamgenoot Norris, die McLaren geregeld een sterke 1-2 opleverde (o.a. Oostenrijk en Groot-Brittannië). Norris leed onder meer teleurstelling in Zandvoort toen een motorexplosie zijn kansen tenietdeed.
Verstappen bleef ook winnen (Japan, Monza, Azerbeidzjan, Austin, Mexico, Qatar) maar had niet meer het onbetwiste monopolie van voorgaande seizoenen. Russell tekende voor meerdere podiumplaatsen en won in Singapore. Carlos Sainz behaalde zijn eerste podium van 2025 in Azerbeidzjan en een tweede in Qatar. Nico Hülkenberg claimde een opmerkelijk mijlpaal met zijn eerste podium na zijn 239e Grand Prix op Silverstone.
Opvallende nieuwe namen verschenen op het podium: Kimi Antonelli scoorde zijn allereerste F1-podium in Canada en vervolgde met podiumplaatsen in Brazilië en Las Vegas (waar McLaren-na-diskwalificaties buiten beschouwing viel). Rookie Isack Hadjar stond in Zandvoort op het podium naast Piastri en Verstappen.
Het seizoen toont een breder verspreide toplijn dan in enkele eerdere jaren: McLaren (Norris en Piastri) domineerde vele races, Verstappen bleef een constante bedreiging, en Mercedes en andere teams leverden sporadisch concurrentie en racewinst. Nieuwe talenten en doorzetters uit het middenveld zorgden bovendien voor verrassende podiums, wat de competitiviteit van het veld vergrootte.