Sainz liep opvallende schade op: dit is waarom hij er een zeldzame drive-through voor kreeg

In dit artikel:

Carlos Sainz maakte een turbulente Grand Prix van Mexico-Stad mee, waarin hij uiteindelijk een zeldzame drive-through kreeg en de race schadeloos verloor door een later crash. De Williams-coureur kwalificeerde zich als zevende maar startte twaalfde na een gridstraf voor Alexander Albon. Bij de eerste bochtencombinatie ontstond chaos toen Esteban Ocon bijna spinde; meerdere rijders sneden het gras af en Sainz week uit om Ocon te vermijden, maar raakte daarbij Liam Lawson aan. Lawson moest direct extra stoppen door een gebroken voorvleugel.

Bij Sainz bleek de aanrijding schade te hebben veroorzaakt aan een wielsnelheidssensor. Daardoor werkte de pitlimiter niet goed; het team gaf hem zelfs het bevel die limiter niet te gebruiken. Door die defecte situatie reed Sainz bij zijn eerste geplande stop 0,2 km/u te hard in de pitstraat en kreeg een tijdstraf van vijf seconden. Bij zijn tweede stop ging het mis bij het uitrijden van de box: Sainz zat 9,8 km/u boven de limiet. Omdat het de tweede opeenvolgende overtreding was en aanzienlijk boven de limiet, legde de FIA hem een drive-through op — een sanctie die tegenwoordig zelden wordt toegepast.

Uiteindelijk had die straf geen beslissende invloed op zijn klassering: Sainz crashte later in het stadiongedeelte met nog twee ronden te rijden. De keten van gebeurtenissen toont hoe een klein contact op de eerste ronde via schade aan sensoren kan leiden tot technische problemen en zware race-straffen.