Toen Red Bull Racing de F1 budgetcap overschreed
In dit artikel:
In 2021 bleek Red Bull het toen net ingevoerde Formule 1-budgetplafond te hebben overschreden, een kwestie die lange tijd nasleep gaf nadat Max Verstappen dat seizoen zijn eerste wereldtitel had binnengehaald. Nadat de ingediende cijfers waren gecontroleerd, stond aanvankelijk een overschrijding van ruim een miljoen euro op papier; na correcties bleef ongeveer 400.000 euro te veel staan. De budgetcap was juist ingevoerd om de sport eerlijker te maken en kleinere teams met minder middelen een betere kans te geven.
Red Bull verdedigde zich met het argument dat het teveel uitgegeven geld naar catering en dergelijke was gegaan en niet naar de prestaties op de baan. Desondanks legde de FIA aan het team een straf op: een boete van 7 miljoen dollar en een korting van 10 procent op de beschikbare windtunneltijd — een sanctie die de ontwikkelingsmogelijkheden van de auto raakt. Ondanks die straf behaalde Red Bull vervolgens nog steeds de constructeurs- en rijderssuccessen van 2022 en 2023; in 2024 ging de constructeurstitel naar McLaren, terwijl Verstappen wederom kampioen werd.
Red Bull was niet het enige team met problemen: Williams en Aston Martin kregen ook boetes wegens procedurele fouten bij de begrotingsrapportage (respectievelijk 25.000 en 450.000 dollar). Het geschil rond de budgetcap en de straffen werd pas aan het eind van 2022 echt afgesloten, mede omdat het sportief onwenselijk werd geacht om titels achteraf af te nemen zo lang na afloop van het seizoen.
Voor wie meer achtergrond en analyses zoekt, bespreekt de GPblog-videopodcast F1 VANDAAG deze en andere actuele F1-onderwerpen twee keer per week.