Verstappen als voorbeeld genomen na 'pussygedrag' McLaren: "Hij maakt het meteen helder"

In dit artikel:

Max Verstappen zegevierde op dominante wijze in de Grand Prix van Italië op het Autodromo Nazionale Monza: hij vertrok van pole, verloor kort de leiding aan Lando Norris bij de start en heroverde die vier ronden later om comfortabel naar de overwinning te rijden. Achter hem ontstond intern gekibbel bij McLaren over wie van de teamgenoten de tweede plaats mocht behouden.

Norris leek lange tijd op P2 af te stevenen, maar tijdens de pitstop liep het mis toen een monteur problemen had met het los krijgen van de linkervoorband. Daardoor kwam Norris achter teamgenoot Oscar Piastri terug het veld in. McLaren gaf Piastri vervolgens opdracht om de positie terug te geven aan Norris, omdat binnen het team men vond dat de trage pitstop oneerlijk voordeel had gegeven.

De beslissing riep kritiek en vragen op over de grens tussen teamorders en sportieve eerlijkheid. Indy Dontje merkte op dat er uiteenlopende opvattingen bestaan over die zogenaamde "papaya-rules" — volgens sommigen afspraak, volgens anderen gewoon onderdeel van racing. Ernest Knoors waarschuwde dat het terugdringen van incidenten tot teamafspraken een glijdende schaal kan zijn: waar stop je met ingrijpen als elke tegenslag een reden wordt voor een positionele correctie?

Voormalig F1-coureur Giedo van der Garde was het meest fel en zei dat hij Piastri niet had laten passeren, noemde McLarens actie "pussygedrag" en vond dat coureurs duidelijker voor zichzelf moeten opkomen. Als tegenvoorbeeld werden momenten aangehaald waarop Verstappen teamorders negeerde — onder meer in Singapore 2015 en Sao Paulo 2022 — en daarmee volgens commentaren helderheid schepte over zijn grenzen.

Kortom: Verstappen boekte een comfortabele zege in Monza, maar McLarens interne afhandeling van de tweede en derde plaats zet opnieuw de discussie over teamorders, sportiviteit en waar een team zich mag bemoeien met raceresultaten op scherp.