Verstappen gaat in op positieve Nordschleife-veranderingen: "Maar sommigen blijven azijnzeikers"

In dit artikel:

Max Verstappen reed dit jaar voor het eerst sinds zijn Formule‑1‑carrière buiten de F1: op de Nürburgring Nordschleife eerst in een teruggeschroefde Porsche en later pakte hij de zege met een Ferrari 296 GT3. Hoewel hij als viervoudig wereldkampioen de hoogste internationale FIA‑licentie heeft, moest hij vooraf toch een cursus volgen en aantonen dat hij een zwaardere, veel minder krachtige Porsche 718 Cayman GT4 RS Clubsport veilig kon rijden — een verplichting die geldt omdat niet iedereen zomaar in de Nürburgring Langstrecken‑Serie (NLS) mag starten.

Verstappen zei dat het grote verschil in gewicht en vermogen het rijden lastiger en bij de start zelfs gevaarlijk maakte; hij noemde de verzwakte auto “een beetje een zeepkist” en pleitte voor minder rigide maatregelen. Een belangrijke wijziging volgt echter volgend jaar: kandidaten kunnen nu (gedeeltelijk) hun Nordschleife‑licentie verdienen via het Digitale NLS‑kampioenschap, waarbij prestaties in simulatorraces meetellen. Als fervent simracer juicht Verstappen die aanpassing toe, al erkent hij dat niet iedereen blij is met het simgedeelte. De verandering moet de drempel verlagen voor rijders zonder F1‑achtergrond en tegelijk veiligheid en ervaring op de Nordschleife waarborgen.