Verstappen krijgt een nieuwe F1-bolide in '26: Dit brengt de nieuwe Red Bull!
In dit artikel:
Max Verstappen en zijn collega’s krijgen vanaf 2026 radicaal andere bolides: motor, remmen, aerodynamica en afmetingen ondergaan grote aanpassingen die racen tactischer en milieuvriendelijker moeten maken.
Motor en energiebeheer
- De hybride power unit wordt grondig herschikt: de MGU‑H (energie terugwinning uit de turbo) verdwijnt en de elektrische component groeit naar een ongeveer gelijke verdeling met de verbrandingsmotor — zo’n 350 kW elektrisch tegenover circa 400 kW uit de ICE. Dat is een forse stijging van het elektrisch vermogen ten opzichte van nu.
- De batterijcapaciteit blijft beperkt tot 4 MJ, maar teams kunnen per ronde veel meer energie terugwinnen bij het remmen (ongeveer 8,5 MJ versus ~2 MJ nu). Daardoor raakt een volle batterij veel sneller leeg en wordt regenereren cruciaal voor de rondetactiek.
- Om op snelle circuits overbelasting van het elektrische systeem te voorkomen, introduceert de FIA een Power Ramp Down System dat het elektrische vermogen per seconde laat afbouwen (langzamer op zware layouts zoals Monza of Spa).
- DRS maakt plaats voor een Manual Override System: als een coureur binnen een door de FIA bepaalde afstand van een voorganger rijdt, verdient hij een extra batterijinjectie (ongeveer 0,5 MJ) die in de volgende ronde inzetbaar is, mits hij langere tijd volgas geeft — vergelijkbaar met systemen uit Formule E.
- Vanaf 2026 worden uitsluitend 100% duurzame, synthetische brandstoffen voorgeschreven, gemaakt uit niet‑fossiele bronnen, als stap richting de CO2‑doelstellingen van de sport.
Remmen
- Remcomponenten worden aangepast aan de nieuwe rijstijl en energieput: voorremschijven worden 325–345 mm, achter 260–280 mm, met een maximale schijf‑dikte van 34 mm. Teams zullen vaker voor grotere voorremmen kiezen omdat het motorremmen in langzame bochten zwaarder bijdraagt aan energieterugwinning, terwijl de achterremmen relatief minder belast worden — met gevolgen voor koeling en efficiëntie.
Aerodynamica
- De vloer wordt weer vlak en de kracht van de diffuser verminderd, waardoor hogere rijhoogtes mogelijk zijn zonder porpoising en de auto’s minder gevoelig worden voor kleine omstandighedenwisselingen. Dat moet de voorspelbaarheid en stabiliteit verbeteren.
- Voor- en achtervleugel krijgen nieuwe configuraties (voor meer gebogen voorvleugel met twee flappen, achtervleugel met drie elementen; beam wing verdwijnt). Tevens komen twee rijmodi: een X‑modus (lage weerstand op rechte stukken, vergelijkbaar met DRS) en een Z‑modus (gesloten flappen met meer downforce in bochten).
- Een verticale plaat achter de voorwielen moet wervelstromen afleiden en voorkomen dat ze onder de vloer terechtkomen, wat balansverlies kan veroorzaken.
Afmetingen en prestaties
- De 2026‑auto’s worden compacter: ongeveer 200 mm korter, wielbasis rond 3400 mm, breedte terug naar 1900 mm en vloer 150 mm korter. Bandenmaat blijft 18 inch, maar Pirelli maakt de voorbanden 25 mm smaller en de achterbanden 30 mm smaller.
- Minimumgewicht daalt naar circa 768 kg (tegenover 798 kg bij de huidige grondeffect‑generatie). Verwacht wordt dat de nieuwe generatie ongeveer 30% minder downforce en zo’n 55% minder luchtweerstand genereert — hogere topsnelheden op rechte stukken zijn daardoor mogelijk.
Wat betekent dat voor het racen?
- De combinatie van grotere elektrische inzet en beperkte opslag maakt racebeheer en energie‑strategie belangrijker dan louter gas geven. Coureurs zullen soms bewust moeten remmen of terugschakelen om de batterij te laden, waardoor midden‑bocht snelheden dalen maar acceleratie op rechte stukken sterker kan zijn.
- Overtake‑duels kunnen sterk afhankelijk worden van het batterijniveau van beide betrokkenen; slimme strategie en power unit‑verschillen tussen teams kunnen grote invloed krijgen op uitslagen.
- De eerste seizoenen zullen complex zijn: teams moeten de nieuwe elektro‑werking en regels doorgronden, waardoor verrassingen en uiteenlopende prestaties verwacht mogen worden.
Kort: 2026 belooft snellere rechtestukken, meer elektrische actiemomenten en een strategischer F1‑bedrijfsvoering, met duurzaamheid als expliciet doel — maar welk team het best profiteert blijft spannend om te zien.